Creatieve opdracht


Cover en achterflap maken

Cover: 

Ik heb deze cover zelf geschilderd. Eerst kwam ik op het idee om gewoon drie engelen te schilderen, maar dan zou ik hun afwijking niet goed weergeven en zouden de lezers een foute indruk van het verhaal krijgen bij het bekijken van de cover. Daarom heb ik besloten om de engelen een doodshoofd te geven. 



Achterflap:

Wanneer Dokter Hoppe na ongeveer twintig jaar beslist terug te keren naar zijn geboortedorp Wolfheim, reageren de andere dorpelingen zeer argwanend op zijn terugkomst. Met zijn terugkomst heeft hij ook drie kinderen met zich mee van slechts een paar weken oud. Deze kinderen hebben een verschrikkelijke afwijking waardoor Dokter Hoppe ze zelden aan de buitenwereld laat zijn. Hij vernoemt deze drie kinderen naar drie engelen uit het christelijk geloof. Omdat Dokter Hoppe zo geheimzinnig doet over zijn kinderen ontstaan er in het dorp steeds meer geruchten en vermoedens dat de kinderen ernstig ziek zijn. De dorpelingen denken dat Dokter Hoppe zich schaamt voor zijn kinderen, maar in werkelijkheid wil hij hen alleen maar beschermen. Toch blijkt er niet alleen iets met Dokter Hoppe ’s kinderen aan de hand te zijn, maar ook met Dokter Hoppe zelf. De erge gebeurtenissen uit zijn verleden, die hij niet kan loslaten, spelen vandaag nog een grote rol in zijn leven.



Denkbeeldig interview Anton Steenwijk


Goedenavond Anton Steenwijk! U komt ons vandaag wat meer vertellen over wat u allemaal hebt meegemaakt tijdens en vooral na de tweede wereldoorlog. Vertel eens, hoe was het voor u om als kind op te groeien tijdens deze oorlog?

Als kind groeide ik op in Haarlem. Samen met mijn moeder, vader en mijn broer Peter. We woonden in een straat waar slechts vier huizen stonden. Elk huis had zijn eigen naam. Wij woonden in het huisje met de naam ‘Buitenrust’. Links van ons woonde de familie Beumer en rechts familie Korteweg. Ik heb altijd graag in deze straat gewoond. Tijdens de oorlog was er natuurlijk niet erg veel te doen en hadden we vaak niet erg veel te eten. Het was als kind daarom ook niet gemakkelijk om op te groeien in zo’n situatie. Zeker als de winter uitbrak, was het heel moeilijk voor mij en mijn familie om te overleven. Steenkool was heel erg duur en konden wij vaak niet betalen, waardoor we het huis ook niet konden verwarmen en het soms ijskoud was binnen. Je zou zeggen dat men er na een tijd gewoon aan wordt om te leven in een oorlogssituatie, maar dat wordt men niet. Elke dag blijf je hopen dat er ’s avonds eten op tafel staat en dat je warm naast de kachel kan gaan zitten. En deze dagen kwamen ook dichter bij, want  toen ik 12 jaar oud was, was de oorlog bijna gedaan.


De oorlog was inderdaad bijna gedaan en dan plots die aanslag, hoe hebt u deze ervaren?

Ik denk dat ik met woorden niet kan uitleggen wat een invloed deze aanslag op mij en mijn leven heeft gehad. Ik was 12 jaar toen de aanslag op Fake Ploeg en op mijn huis gebeurde. Het was voor mij daarom ook erg traumatisch. Ik verloor in één klap alles wat ik lief had. Mijn ouders, mijn broer, mijn huis, mijn leven. Toen de Duitsers ons huis binnenkwamen dacht ik dat ze ons gewoon kwamen vragen wie Fake Ploeg had neergeschoten, maar dat dezen ze niet. Ze dwongen mij en mijn familie het huis te verlaten. Eens we buiten stonden werd ik meteen van mijn ouders gesplitst. Mijn broer kon ik ook nergens meer bespeuren. Deze was al gaan lopen met het pistool van Fake Ploeg, toen hij de Duitse auto’s onze straat in zag rijden. Ik heb hem nooit meer gezien. Nadat ik mijn ouders verloren had nam een Duitse soldaat me mee en stak hij me in zijn auto. Het was de eerste keer in mijn leven dat ik in een auto zat. Toen ik door het raampje van de wagen keek, zag ik dat de Duitse soldaten alle ramen van het huis kapot aan het gooien waren. Hierna goten ze ons huis vol olie en staken ze het in brand. Het feit dat de soldaten er plezier in hadden om alles kapot te maken, maakte me woedend. Ze stonden daar maar te lachen en te roepen. Ze warmden zelfs hun handen aan de hitte van de vlammen die via het raam naar buiten kwamen. Ik voelde de hitte tot in de auto op men wangen en was doodsbang. “Waar moeten wij nu gaan wonen?” Vroeg ik me af. Plots kwam de soldaat die me in de auto had gezet naar me toe en bracht hij me naar een soort gevangenis waar ik Truus voor het eerst ontmoette.


Hoe verliep deze eerste ontmoeting met Truus?

Toen ik in die cel terecht kwam kon ik helemaal niets zien. Er was geen straaltje licht te bespeuren dus ik kon Truus ook helemaal niet zien. Wel kon ik haar horen. Als kleine jongen die net zijn ouders heeft verloren en niet weet waar hij is, was ik natuurlijk enorm van streek in die cel. Truus probeerde me gerust te stellen. Ze vertelde me wie ze was en dat ik nooit mocht vergeten wie de aanslag had gepleegd. Dat iedereen verantwoordelijk is voor zijn eigen daden en dat de oorlog bijna gedaan was.


Truus was op dat moment dus een soort moeder voor u als ik dat mag zeggen?

Ja zo kan je het inderdaad wel zeggen. Als kleine jongen heb je een bepaalde drang naar een moederfiguur en als je dan geen moeder hebt, wat mijn geval was, dan ga je in andere mensen opzoek naar dit moederfiguur. In Truus heb ik deze zeker en vast gevonden.


Truus vertelde u dat u nooit mocht vergeten wie de aanslag had gepleegd, wie hebt u dan als schuldige aangeduid?

Goh, het is zeer moeilijk om een schuldige aan te duiden in zo’n situatie. Als kind gaf ik de schuld vooral aan de Duitse soldaten die mijn huis in brand hadden gestoken en mijn ouders hadden meegenomen, maar hoe meer ik over de hele situatie begon na te denken, hoe meer verschillende conclusies ik kon trekken. Zo kon ik ook zowel Fake Ploeg als de mensen die hem hadden neergeschoten als schuldige aanduiden. Als hij nooit voorbij mijn huis had gefietst of als deze mensen Fake nooit hadden neergeschoten, waren de Duitsers nooit naar mijn huis gekomen. Ook kan ik mijn buren, familie Korteweg, als schuldigen aanduiden. Deze hadden namelijk het lijk van Fake Ploeg verplaatst van hun voordeur naar die van ons, en zo kon ik nog wel een tijdje verder nadenken over wie ik als schuldige kon aanduiden.


Waarom wou u dan zo graag een schuldige aanduiden? Was dat belangrijk voor u?

Ja, dat is zeer belangrijk geweest voor mij. Het is namelijk veel gemakkelijker om een situatie als deze te verwerken wanneer men weet wie de schuldige is. Jammer genoeg, omdat de aanslag tijdens een periode van oorlog plaatsvond, waren er dus meerdere schuldigen aan te duiden, wat het voor mij heel moeilijk maakte om mijn verleden met rust te laten, om mij er overheen te zetten. Ik besefte het vaak niet, maar mijn verleden heeft een grote invloed gehad op de rest van mijn leven omdat ik het nooit echt heb kunnen laten rusten.


Zou u daar dan eens een voorbeeld van kunnen geven?

Ja, natuurlijk. Mijn eerste vrouw, Saskia bijvoorbeeld. Begrijp mij niet verkeerd, ik hield zielsveel van Saskia, maar niet om de juiste redenen en dat heb ik achteraf pas beseft. Saskia was voor mij een soort projectie van Truus, de moederfiguur die ik nodig had in mijn leven. Eens ik door had dat ik enkel van Saskia hield omdat ze me zo aan Truus deed denken heb ik haar dat meteen verteld. Onze relatie eindigde hier. Het brak haar hart en ook de mijne, maar ik vond dat ze dat niet verdiende en dat ik haar niet aan het lijntje mocht blijven houden. Vandaag zijn we nog steeds goede vrienden en zorgen we er samen voor dat ons dochtertje Sandra een goede opvoeding krijgt.


En hoe zit het dan met uw nieuwe vrouw? Bent u er nu wel zeker van dat u van haar houd om de juiste redenen? En dat zij niet een nieuwe projectie uit uw verleden weergeeft?

Ja hoor! Liesbeth en ik zijn doodgelukkig samen. Ik heb ondertussen mijn verleden ook al kunnen verwerken. Tijdens mijn relatie met Saskia was mij dit nog niet gelukt. Je zou wel kunnen zeggen dat Liesbeth mijn moedercomplex heeft doen genezen en daar ben ik haar zeer dankbaar voor! Samen hebben we ondertussen ook een zoontje, Peter. We hebben hem vernoemd naar mijn broer, die ik na de aanslag nooit meer gezien heb.



Ouh, dat is een zeer mooi gebaar. Bedankt Anton Steenwijk voor dit interessante interview! Wij wensen u en uw familie nog veel geluk toe!






Geen opmerkingen:

Een reactie posten